Veiligheidsmaatregelen

1. De Biomat mag niet worden gebruikt door zuigelingen en jonge kinderen. De Biomat is niet geïndiceerd voor ouderen. Ouderen moeten vóór gebruik een arts raadplegen.

2. Als u de volgende aandoeningen heeft, gebruik de Biomat dan niet.

  • Persoon met orgaantransplantaties
  • Persoon met hoge koorts
  • Persoon met cognitieve beperking
  • Persoon met huidproblemen op het toepassingsgebied
  • Persoon met een acute ziekte, acute tumor, slechtzienden en hartproblemen

3. Als u aan de volgende aandoeningen lijdt, gebruik de Biomat dan niet tenzij voorgeschreven door een arts.

  • Persoon met immobiliteit
  • Persoon met interne pacemaker/defibrillator
  • Persoon met bijniersuppressiestoornissen, de ziekte van Addison, bijnierinsufficiëntie, systemische lupus erythematosus en multiple sclerose (MS).
  • Persoon met een bypass-operatie
  • Persoon met suikerziekte
  • Persoon met hoge bloeddruk (hypertensie)
  • Zuigelingen
  • Persoon die zwanger/aanstaande is
  • Persoon die onlangs bestraling/chemotherapie heeft ondergaan
  • Persoon met chirurgische of siliconenimplantaten

4. Als u de volgende aandoeningen heeft, gebruik de Biomat dan met voorzichtigheid (geen hitte/alleen negatieve ionen).

  • Persoon met koorts
  • Persoon met gewrichtsblessures
  • Persoon met ongevoeligheid voor hitte

5. Gebruik de Biomat niet als uw huid ongevoelig is voor temperatuurschommelingen.

6. FDA heeft de Biomat niet geëvalueerd voor gebruik tijdens het slapen.

7. Als u de Biomat langere tijd gebruikt, controleer dan uw huid om er zeker van te zijn dat er geen brandwonden of blaren zijn. Stop met het gebruik van de Biomat als er brandwonden of blaren ontstaan.

8. Ren, sta of plaats geen zware voorwerpen op de Biomat.

9. Houd de Biomat uit de buurt van scherpe voorwerpen. Zorg ervoor dat niets de plooien van de Biomat kan doorboren.

10. Trek niet aan het netsnoer, de controller of het verbindingsgedeelte van de controller en Biomat.

11. Gebruik de Biomat niet voor andere doeleinden dan warmtetherapie.

12. Wijzig, wijzig of demonteer het product niet.

13. Inspecteer het netsnoer voordat u het product gebruikt, om er zeker van te zijn dat het niet beschadigd is.

14. Sluit de Biomat niet aan op een stekkerdoos met andere apparaten. Er kunnen zich problemen voordoen. Sluit de Biomat aan op een speciaal stopcontact.

15. Stop met het gebruik van de Biomat als deze niet goed functioneert.

16. Als er een stroomstoring is, schakelt u de stroom uit en haalt u de stekker uit het stopcontact.

17. Als u zich niet lekker voelt door de Biomat, stop dan met het gebruik en raadpleeg een arts.

18. Laat de Biomat-controller niet vallen, gooi er niet mee en behandel hem niet verkeerd.

19. Iedere persoon die ziek of zwanger/aanstaande is, dient een arts te raadplegen alvorens de Biomat te gebruiken.

20. Gebruik de Biomat niet als u een externe pacemaker heeft.

21. Als de controller is ingesteld op 104° – 158°F (40° – 70°C), kunnen brandwonden bij lage temperaturen ontstaan als u de Biomat gedurende langere tijd gebruikt. Voorzichtig gebruiken.

22. Wanneer de Biomat niet in gebruik is, haal dan de stekker uit het stopcontact en bewaar hem in een droge ruimte zonder vocht.

23. Haal de stekker van de Biomat uit het stopcontact voordat u deze schoonmaakt. Gebruik een stofzuiger om het stof van het oppervlak van de Biomat te verwijderen en gebruik een zachte, droge stof om de controller af te vegen.

Heeft u nog vragen?

Telefoonnummer

Telefoongesprek 1-888-524-6628

E-mailadres